Heb je medewerkers die recht hebben op een bonus als zij bepaalde doelstellingen bereiken? Dan bega je als werkgever een contractuele fout indien je nalaat die doelstellingen vast te leggen. Gevolg: de werknemer wordt geacht de doelstellingen te hebben vervuld. Aldus het Arbeidshof.
Toelichting met een echt voorbeeld
Een werknemer kon volgens zijn arbeidsovereenkomst aanspraak maken op een bonus van 16 % van het doelsalaris, wanneer doelstellingen zouden worden bereikt die “jaarlijks en in gemeen overleg” zouden worden bepaald. Gedurende vier jaar werden echter geen doelstellingen overeengekomen, zodat de werkgever een forfaitaire bonus betaalde (2009-2012). In 2013 en 2014 was er opnieuw geen akkoord over de te behalen doelstellingen, maar nu weigerde de werkgever de uitbetaling van enige bonus omdat er geen overeenkomst was tot betaling van een forfaitair bedrag.
Na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens het bereiken van de pensioenleeftijd, stelt de werknemer alsnog een vordering in voor achterstallige bonusbetaling, en uitbetaling van niet opgenomen vakantie- en ADV-dagen (=arbeidsduurverkorting).
De beslissing van het Arbeidshof
Voor de bonussen van 2013 en 2014, waarvoor dus geen forfaitair bedrag werd overeengekomen, stelt het arbeidshof dat de werkgever door het niet bepalen van doelstellingen een essentiële voorwaarde voor het bekomen van het variabel loon heeft verhinderd. Art. 1178 BW bepaalt vervolgens dat een voorwaarde wordt geacht vervuld te zijn wanneer de schuldenaar die zich onder die voorwaarde verbonden heeft, zelf de invulling ervan heeft verhinderd. Daarvoor is een fout vereist, maar het niet vaststellen van de objectieven is, aldus nog het arbeidshof, een contractuele fout in hoofde van de werkgever. Gevolg: de werknemer wordt geacht de doelstellingen te hebben vervuld.
Ook voor de drie niet opgenomen ADV-dagen kan de werknemer een uitbetaling verkrijgen. Doordat deze ADV-dagen nog niet werden opgenomen, werd immers meer gewerkt dan contractueel is overeengekomen. Voor deze uren moet daarom loon worden betaald, aldus het arbeidshof.
Alleen op het vlak van de vakantiedagen vangt de werknemer bot. Deze moeten immers binnen het vakantiejaar worden opgenomen. In tegenstelling tot wat vaak gebeurt in de praktijk, herhaalt het arbeidshof: “Een overdracht naar het volgende jaar is niet voorzien, noch kan hiervoor enige financiële compensatie gevraagd worden, tenzij wanneer de werkgever geweigerd heeft om vakantiedagen toe te kennen, waardoor hij een misdrijf pleegt en de werknemer schadevergoeding kan vorderen”. Dat is hier niet aan de orde, en ook het bestaan van een gebruik wijst het arbeidshof af. Uit e-mailcommunicaties van de personeelsdirecteur bleek immers dat er soms werd toegestaan verlofdagen over te dragen, maar “dat dit de laatste keer zou zijn”. Met andere woorden, een “eenmalige gunst, geen gebruik”.
Origineel artikel: Law.KULeuven